Spelen zoals vroeger

Spelen kan altijd! Ben je je speelgoed beu of gewoon zin in iets nieuws? Ontdek hieronder hoe ze vroeger speelden en probeer het eens uit. Veel succes en laat ons vooral weten of het gelukt is. Deel een foto van het resultaat op het facebookevent en misschien win jij wel een leuke prijs. 😉

In dit filmpje kan je zien hoe het er echt aan toe ging vroeger. Hoeveel spelletjes vind jij hieronder terug?

  • Hinkelen

    Wat heb ik nodig?

    • Stoepkrijt of tape om de nummering van de hinkelnummers op de vloer te maken.
    • Een speelvoorwerp voor elke persoon die meespeelt, bijvoorbeeld een kiezelsteen, flessendop, schelp of knopje.

    Hoe ga ik te werk?

    1. Gebruik krijt om de hinkelvloer op de grond te tekenen of kies voor tape.
    2. Maak een hinkelvloer met tien vierkanten en schrijf er nummers in.
    3. Elke speler heeft een voorwerp waarmee hij/zij speelt, zoals een steen, flessendop, schelp of knopje.
    4. De eerste speler staat achter de startlijn en gooit zijn of haar speelvoorwerp in het vakje.
    5. Hinkel van het ene vierkant naar het andere vierkant en doe dat op volgorde van de nummers. Je hinkelt dus eerst naar vierkant 1, dan naar vierkant 2 enzovoort. Hinkel verder tot het laatste vierkant, draai je om en hinkel weer terug naar het begin.
    6. Op de terugweg raap je jouw speelvoorwerp op en hinkel je verder naar de start.
    7. Tijdens je volgende beurt gooi je jouw speelvoorwerp in het volgende vierkant en leg je opnieuw het hele speelveld hinkelend af.
    8. Hinkelen doe je doorgaans op één voet, tenzij het ontwerp van de hinkelvloer afwijkt van het standaard ontwerp en er twee vierkanten naast elkaar staan. In dat geval mag je in elk vierkant één voet plaatsen.
    9. Een speler moet altijd over het vierkant springen waar het speelvoorwerp in geplaatst is.
    10. Een speler is uit als:
      • het speelvoorwerp niet op het juiste veld komt.
      • hij/zij tijdens het hinkelen buiten een vierkant terecht komt.
      • hij/zij tijdens het oppakken van het speelvoorwerp zijn/haar evenwicht verliest.
      • hij/zij met een tweede hand of voet de grond aanraakt.
      • hij/zij naar een veld hinkelt waar het speelvoorwerp in ligt.
      • hij/zij twee voeten in een vierkant plaatst.
    11. De speler gooit zijn/haar speelvoorwerp op het veld waar hij of zij de volgende beurt weer gaat spelen. De volgende speler begint nu zijn/haar beurt.

    Je kan ook verschillende andere hinkelparcours maken. Kijk in het document hieronder voor voorbeelden.

    Download hier enkele leuke hinkelparcours:

  • Tollen en jojo's

    Vraag bij familie of ze nog een jojo of tol hebben. Speelplezier gegarandeerd OF maak een eenvoudige tol uit karton.

    Check hier hoe je dat doet:

  • Bikkelen

    Wat heb ik nodig?

    • 5 bikkels per persoon die meespeelt. Als je geen bikkels hebt, kan je ook kleine steentjes of kiezels gebruiken.

    Hoe ga ik te werk?

    Je gooit de vijf bikkels omhoog en vangt ze weer op met de rug van je hand. Dan gooi je ze weer omhoog en vangt ze op in je handpalm. Je gebruikt altijd maar één hand. Meestal lukt dat niet en vallen er een paar op de grond. De bikkels die je wel gevangen hebt leg je opzij en je kiest er één die als werpbikkel dient. Deze gooi je omhoog en in de tijd dat deze bikkel zweeft raap je één bikkel van de grond op. Dan vang je met dezelfde hand de opgegooide bikkel. Dit herhaal je net zo vaak tot alle bikkels opgeraapt zijn. Zodra er een stap in het spel niet gelukt is, mag iemand anders spelen. Wanneer je weer aan de beurt bent, begin je het spel weer op dit punt. Als het gelukt is wordt hetzelfde spel gespeeld, alleen moeten de bikkels dan per twee opgeraapt worden, daarna per drie en tenslotte per vier.

    Er zijn veel variaties, soms werden de bikkels op tafel of op de grond gegooid (kon ook nog op verschillende manieren). Dan moesten alle bikkels in de tijd dat de werpbikkel of het balletje opgegooid werd op dezelfde kant gelegd worden. Soms moest dit op een bepaalde manier gebeuren: tussen de middelvinger en de wijsvinger. Als er meerdere bikkels tegelijk gedraaid moesten worden, werd de ringvinger er ook bij ingeschakeld.

    Andere varianten zijn:

    • bruggetje of onder de brug. Als de bikkels op de grond geworpen zijn maakt de speler van zijn duim en wijsvinger een bruggetje op de grond. Als de bikkel wordt opgegooid moeten de andere bikkels onder het bruggetje door geschoven worden, één voor één, dan twee tegelijk enz.
    • De bikkels eerst naar je mond of je hart brengen

    Er werden in verschillende streken verschillende versjes gezongen bij het bikkelen:

    Zwart Willemijntje
    zat achter ´t gordijntje
    zij waste haar hand met water af
    zij droogde ze aan den handdoek af
    zij nam er een van de tafel af

    Anne de pop, ik raap je op
    Anne de peer, ik leg er een neer
    Moeder de vlo, die bijt mij zo
    Die bijt me zeer,
    ik leg er een neer.

    ik bouw een huisje
    van kalk een kluisje
    van kalk en steen
    daar gooi ik een bikkel heen

  • Zakspringen

    Wat heb ik nodig?

    • Een jute zak of een grote zak waar je benen in passen (vb. vuilzak)

    Hoe ga ik te werk?

    Elk speler krijgt een zak. De spelers zetten hun benen in de zak en leggen al springend een zelfgekozen parcours af. De eerste die het einde van het parcours haalt, wint. (vb. naar de overkant rond kegel en terug)

    Variatie

    • steeds een moeilijker parcours maken
    • je tijd opnemen en een zo snel mogelijke tijd proberen neer te zetten
    • iemand uitdagen om jouw tijd te verbreken
  • Hoepel rollen

    Wat heb ik nodig?

    • Hoepel of cirkelvorming voorwerp (vb. oude fietsvelg)
    • Stok (eventueel)

    Hoe ga ik te werk?

    De hoepel wordt met de hand aan het rollen gebracht en vervolgens met de stok in de goede richting geduwd. Probeer je hoepel zo ver mogelijk te laten rollen zonder hem met je handen aan te raken. Je gebruik nu enkel nog de stok om de hoepel in beweging te houden terwijl je ernaast loopt. Je kan hem ook proberen te keren of van richting doen veranderen door met de stok links of rechts tegen de draaiende hoepel te duwen.

    Je kan dit ook met meerdere personen tegelijk spelen om het snelst of om het langst. Of wie al wat gevorderd is, kan allerlei kunstjes uitproberen, zoals rond de hoepel lopen of met elkaar wisselen van hoepel of zelfs door de rollende hoepel duiken. (doe dit het liefst op het gras)

    Of speel 2 tegen 2 op een terrein. Kom van weerskanten op elkaar ingelopen. Probeer dan als team zo snel mogelijk de overkant te bereiken.  Mocht je onderweg hoepels van de tegenpartij tegenkomen, dan mag je deze met je stokje omver duwen of van richting doen veranderen. Let wel op je eigen hoepel, want een hoepel die op de grond ligt, is uitgeschakeld.

    Extra uitdaging: rol een hoepel en probeer met 2 personen zo vaak mogelijk een bal door de rollende hoepel te gooien.

    Voorbeeld?

    Kijk het oude filmpje bovenaan vanaf 0:39 voor een demonstratie.

  • Hoela Hoepen

    Wat heb ik nodig?

    • Hoepel

    Hoe ga ik te werk?

    Houd de hoepel in beweging door je lichaam te bewegen.

  • Diabolo

    Wat heb je nodig?

    • Een diabolo
    • Diabolostokken (2 stokken die verbonden zijn met een touw)

    Hoe ga je te werk?

    Waan je in de wereld van een echter circusartiest en leer jongleren met een diabolo.

    Het belangrijkste bij de trucs is de snelheid van de diabolo. Als de diabolo niet met voldoende snelheid draait, valt hij van het touw.

    Er zijn verschillende manieren om de diabolo aan het tollen te krijgen, maar dit is de eenvoudigste:

    • Leg de diabolo op de grond met het touw eronder
    • Rol vervolgens de diabolo naar links of rechts en trek de diabolo omhoog

    Heb je graag wat meer uitleg? Kijk dan onderstaande video:

     

    Gelukt? Probeer dan onderstaande trucs eens.

    In onderstaande video leer je de diabolo opgooien en vangen:

     

    Voor verschillende trucs moet je een WRAP kunnen en dat leer je in deze video:

     

    Heb je de WRAP onder de knie? Dan ben jij klaar voor de volgende truc, namelijk de LIFT en dat leer je in de volgende video:

     

    Lijkt het je cool om de diabolo rond je been of arm te laten draaien? Leer dan de ORBIT of SATELIET met onderstaande video:

Iets toe te voegen aan deze pagina?

Iets te melden?